Hoogte energierekening: kijk vooral naar eigen verbruik en tarieven

21 februari 2019

De afgelopen weken is er veel te doen over de hoogte van de energierekening. Die valt fors hoger uit dan de regering had aangegeven. Voor een doorsnee gezin gaat het om honderden euro’s op jaarbasis. Terecht dat de Tweede Kamer zich daar druk om maakt en terecht dat de regering excuses aanbiedt voor de gemaakte fouten. De vraag is echter of doorsnee gezinnen nu beter weten waar ze aan toe zijn, want, welk gezin is doorsnee? De verschillen tussen de raming van energiekosten door de regering en de raming door online prijsvergelijkers, worden veroorzaakt door twee factoren: de tarieven en vooral de omvang van het jaarverbruik. Door ontwikkelingen in de energiemarkten, zoals bijvoorbeeld dreigende tekorten aan elektriciteit in België, vallen de gemiddelde tarieven hoger uit dan waar de regering ruime tijd geleden vanuit ging. Huishoudens die de tarieven voor meerdere jaren hebben vastgezet, hebben daar minder last van (tenzij de energieovereenkomst bijna afloopt) dan huishoudens met variabele tarieven. Nog groter is de invloed van de jaarverbruiken. Had de regering moeten rekenen met 1500 m3/jaar of 1100 m3/jaar? Voor beleidsmakers en rekenaars aan koopkrachtplaatjes is die keuze extreem belangrijk want een verschil van 400 m3 betekent inderdaad een verschil van honderden euro’s per jaar.  Echter, met de praktijk heeft dat weinig van doen. Volgens het CBS lag het gemiddelde verbruik in 2016 op 1300 m3/jaar, maar in Rozendaal bijvoorbeeld was dat 2550 m3/jaar. In datzelfde bericht meldde CBS dat vrijstaande woningen gemiddeld 2300 m3 per jaar afnamen, terwijl appartementen slechts 870 m3 nodig hadden. De verschillen in verbruik zijn in de praktijk dus veel groter dan de marge waarover de politiek het nu heeft. Gelukkig kan iedere verbruiker op basis van het eigen verbruik en de eigen energiecontracten inschatten hoe hoog of laag de energierekening dit jaar gaat uitvallen.


Deel dit


Dit vind je misschien ook interessant….