Eind maart vorig jaar besliste minister Wiebes vrij onverwachts tot een versnelde reductie van de gasproductie in Groningen. Het kost echter tijd om voldoende maatregelen te treffen om de gaskachels brandend te kunnen houden bij het veilig geachte productieniveau van maximaal 12 miljard m3/jaar. Voor de winter 2018/2019 stelde Wiebes daarom een maximum vast van 19,4 miljard m3, uitgaande van een gemiddelde winter. Tegen dat betreffende besluit zijn tientallen bezwaren ingediend, waaronder twee spoedverzoeken om de gaswinning onmiddellijk te staken. Bij spoedverzoeken draait het om voorlopige voorzieningen bij kwesties die geen uitstel kunnen verdragen. Zonder diepgaand onderzoek moet de rechter dan een afweging maken tussen, in dit geval, enerzijds het belang van de leveringszekerheid van gasverbruikers in het algemeen en anderzijds, het belang van de veiligheid van de betreffende inwoners. Die afweging is uitgevallen in het nadeel van de betreffende inwoners. Volgens de rechter weegt de geringe verbetering van de veiligheid in Groningen door stilleggen van de gaswinning, niet op tegen de ernstige problemen die veroorzaakt kunnen worden als bijvoorbeeld ziekenhuizen en verpleegtehuizen zonder gas komen te zitten. De rechter wijst de spoedverzoeken daarom af. In de tweede helft van april behandelt de Raad van State naar verwachting de reguliere bezwaarschriften tegen het winningsplan.
ACM beëindigt de volumekorting voor de grootindustrie
Nauwelijks kostenefficiënte alternatieven voor CCS
Voor het eerst: bird curtailment